Preek van de week

Doopsel van de Heer C,

12 januari 2025

Eerste lezing:
Jesaja 42,1-4.6-7

Evangelielezing:
Lucas 3,15-16.21-22

Als gebeurt wat verteld wordt in het evangelie van vandaag, is Johannes de Doper op het hoogtepunt van zijn populariteit. Massa’s mensen trekken de woestijn in om zich in de Jordaan door hem te laten dopen. Vreemd toch hoeveel succes die excentrieke profeet heeft, die oproept tot bekering. Iedereen begint zich zelfs de vraag te stellen of hij de Messias zou zijn, waar heel Israël naar uitkeek. Maar Johannes spreekt niet over zichzelf. Hij wijst van zichzelf weg, naar iemand die veel groter is dan hij. Johannes is daarmee een zeer sterk voorbeeld voor ieder die in de kerk actief is of die er mag spreken. Het gaat niet over ons, zelfs niet over de bisschop of de paus, het gaat over Jezus. Wij zijn alleen wegwijzers. En ook erg vreemder is, is dat Jezus tussen al die mensen aanschuift om zich door Johannes te laten dopen. Dat is toch heel raar. Hij schuift aan tussen de zondaars die zich willen bekeren. En nog vreemder lijkt wat na die doop gebeurt, als Jezus aan het bidden is. De hemel opent zich, en een stem zegt: “Gij zijt de langverwachte. Deze mens is mijn zoon.” Wat is daar gebeurd? Het moet een indrukwekkend moment geweest zijn. Drie evangelisten vertellen erover, telkens met ongeveer dezelfde woorden. We moeten er als het ware tromgeroffel bij horen: hier gebeurt iets heel speciaals. En wat is dat? In feite een liefdesverklaring en een goddelijke aanstelling tegelijk.

De hemel gaat open: met andere woorden: God is nabij. God reikt vanuit de hemel naar de aarde om in contact te treden met de mens Jezus en noemt hem zijn Veelgeliefde Zoon. En er ontstaat contact. Er is een soort hotline tussen God en Jezus, zouden we vandaag zeggen. Lucas spreekt van de Heilige Geest, in de gedaante van een duif. De duif is in de Bijbel vaak brenger van een goede boodschap, zoals bij Noah in de ark: de duif spreekt van hoop, van nieuw leven, van een nieuw begin.

En dan klinkt daar een stem, een soort liefdesverklaring die iedereen gevoeld heeft die in contact kwam met Jezus. God was de diepste kern van Jezus’ bestaan. En Jezus beantwoordt de liefdesroep van God. Want het gebeurt terwijl hij aan het bidden is. En hij begint zijn tocht van genegenheid en goedheid, van bevrijding en vergeving. Een tocht die oproept tot herstel. Herstel tussen God en de mens, maar ook tussen mensen onderling.

Want wat betekent het, dat Jezus de langverwachte Messias is, waar iedereen naar uitkeek, de uitverkorene, waarin God zelf bij ons aanwezig is? Niet dat hij een indrukwekkende machthebber wordt, dat leert zijn geboorteverhaal ons al. De profeet Jesaja zegt het prachtig: Gods uitverkorene is de mens die Gods liefde uitstraalt, Gods tedere zachtheid voor elke mens. Bijzonder dan voor de kleine, gekwetste mens. Hij zal het geknakte riet niet breken, de kwijnende vlaspit niet doven. Hij is koesterende liefde. Wondermooie woorden. In Jezus, die de Christus is, zijn wij, u en ik, geborgen in Gods eigen tederheid. Het is ook een prachtige boodschap die we kunnen toezeggen naar de mensen, jongeren en volwassenen, die vandaag in onze kerken hun naam opgeven voor het vormsel.

Maar die liefde is ook sterk. De kracht van de zachtheid is onweerstaanbaar, zeker van Gods zachtheid. Zijn geliefde Zoon roept of schreeuwt niet, maar toch is hij een licht voor volkeren, die mensen uit elke ellende bevrijdt. Hij laat Gods liefde en zijn gerechtigheid stralen voor alle volkeren. Jezus is het teken bij uitstek van Gods verbond met de mensen. In hem zien we hoe dicht God bij ons wil zijn. Heel dicht bij elke mens is onze God, ook bij mij, ook bij jou. Amen.

Dirk Godecharle