Zesde paaszondag C
25 mei 2025
Eerste lezing:
Handelingen 15, 1-2. 22-29
Evangelielezing:
Johannes 14,23-29
De afgelopen weken waren spannende tijden voor de kerk. De paus is dood, lang leve de paus. Maar wie ging de nieuwe paus worden? En wat voor paus zou het zijn? Meteen na de verkiezing van Robert Prevost tot paus Leo XIV kwamen lofbetuigingen, maar ook kritische stemmen. En terecht, denk ik, dat men kritisch staat ten aanzien van de leider van een wereldkerk van 1.5 miljard gelovigen. We bevinden ons immers in woelige tijden, waar een paus dan wel geen wereldlijke macht heeft, maar toch een groot moreel gezag. En dan is het best dat men niet luchtig over zo’n pauskeuze gaat…
Tot verrassing, maar ook vreugde van velen, zagen we veel jongeren op de beelden uit Rome. De jeugd is de toekomst. In sommige kerken zien we steeds minder jongeren. Ze voelen zich er niet meer thuis. Zij voelen sterk een breuklijn aan, waar zij niet wensen over te stappen. Ze beleven het geloof niet meer zoals enkele decennia geleden en zijn vragende partij om het ‘anders’ te doen. Maar dat lokt weer tegenstemmen uit op sommige plaatsen. Waarom moet het anders? Moet dan alles veranderen? Waar gaat het naartoe met de kerk? Tja… zulke spanningen horen bij een breuklijn… We mogen ze niet wegmoffelen of uit de weg gaan. In tegendeel. Het is eigenlijk heel gezond om IN de spanning te gaan staan. Het geeft vaak net die boost die nodig is voor iets nieuws!
Zowel in de eerste lezing als in het evangelieverhaal zitten we ook op een breuklijn.
Het boek Handelingen vertelt over de lotgevallen van de eerste christenen na de Hemelvaart van Jezus. Wat van Jezus rest zijn vele herinneringen en woorden. Die zijn vaak echter ontoereikend om antwoord te geven op zoveel vragen en kwesties die opduiken in een latere tijd. Al vrij snel ontstonden spanningen en discussies: Hadden ook niet-joden recht op het goede nieuws dat Jezus gebracht had? En in hoeverre moesten die niet-joden dan joodse gewoonten overnemen om volwaardig volger van Jezus te zijn? Moesten ze zich laten besnijden of de voedselwetten naleven? En wie mocht daarover beslissen? Het zijn verwarrende tijden waarbij vele mensen beweerden het juiste antwoord te weten en volgers achter zich probeerden te krijgen. Nieuwkomers en de oude getrouwen struikelen over elkaar. Enthousiasme en zin voor verandering botst op traditie en gevestigde waarden. Wie mag er beslissen en wie heeft het voor het zeggen? En zijn wetten wel of niet nog belangrijk om het leven te bepalen? In een periode van breuklijnen leeft men in onzekerheid over de toekomst en is het niet altijd duidelijk wat de te volgen weg is en wie men best volgt.
In het evangelieverhaal zitten we ook op een breuklijn. We horen hier de afscheidsrede van Jezus bij het Laatste Avondmaal, geformuleerd door de evangelist Johannes. Natuurlijk is deze afscheidsrede lang na het werkelijke gebeuren neergeschreven en lopen er dus twee tijdsperiodes door elkaar: die van het einde van het leven van Jezus en de tijdsperiode waarin de evangelist Johannes leeft, namelijk het einde van de 1e eeuw. De onzekerheid en moeilijkheden die Johannes aankondigt in deze afscheidsrede zijn reeds werkelijkheid geworden op het ogenblik dat de evangelist deze tekst samenstelde.
Op het eerste zicht is dit een moeilijke tekst. Maar in feite bevat ze een eenvoudige clou. Eigenlijk bevat ze het levensprogramma van Jezus. Wat houdt dat in?
– God is liefde… en Hij vraagt van ons liefde. En Jezus zegt dat als iemand God liefheeft, dat die dan Gods woord zal bewaren en dan zal God hem liefhebben. Niet religieuze regels of tradities, maar liefde die leidt tot gehoorzaamheid. De Vader en de Zoon willen bij je wonen, omdat Zij je liefhebben. Liefde is de spil.
– Jezus zal niet meer letterlijk aanwezig zijn. En Jezus weet dat de leerlingen hem zullen missen en houvast nodig hebben. Daarom belooft hij zijn leerlingen de Heilige Geest, de Trooster, de Leraar. Door in Jezus’ voetsporen te treden en ons leven te laten leiden door de Heilige Geest, zal Jezus tot het einde der tijden onder ons zijn. Volg zijn woorden en zijn daden en laat je voortstuwen in je doen en laten door de Heilige Geest: meer heb je niet nodig!
– Dus… Heb lief! Heb God lief en uw naaste als uzelf! DAT is de kern van het levensprogramma van Jezus. En daar waar dat ons zwaar valt, is er hulp. De komst van de Heilige Geest, Gods helper, wordt in één adem aangekondigd. We moeten niet terugvallen op een geloof van ‘regels volgen om gered te worden’. En in tijden van verschil, in de kerk of daarbuiten, zoek onder leiding van de Heilige Geest steeds de weg van eenheid, van vrede.
We moeten het koninkrijk Gods niet zoeken in een of ander eschatologisch gebeuren aan het einde der tijden: zijn komst is nu, elke dag opnieuw, doorheen het geloof. Om God in ons leven zichtbaar te maken, moeten we het Woord in geloof en liefde ontvangen, met de hulp van de Heilige Geest. Die Geest zal ons leren te leven vanuit Gods liefde én zal ons helpen om deze liefde weer verder te delen met onze medemensen, met alle mensen. Die Geest zal ons ook leren om in alle wijsheid om te gaan met spanningen of breuken waar we mee geconfronteerd worden. Want we mogen erop vertrouwen dat God wel een weg vindt hierin en steeds wegen zoekt om ook hieruit iets nieuws en iets moois te laten ontstaan.
Dat alles zal leiden tot ‘vrede’. Die vrede komt niet uit onszelf. Er is immers vaak een te grote kloof tussen wat we denken en wat we doen, tussen ons gevoel en ons verstand, tussen ons kunnen en niet kunnen. De Geest helpt ons echter om onze steun en vertrouwen te zoeken bij God. God wil ons licht zijn, God wil in ons wonen, God wil ons de weg tonen tot vrede, tot liefde…
We zijn op weg naar Pinksteren, naar het feest dat helemaal in het teken staat van die Geest. Gods Geest, tussen ons in en boven ons uit. Gods Geest aan ieder van ons en aan ons samen. Zo wordt het afscheid van Jezus eigenlijk geen afscheid, maar een doorstart om ons nog inniger verbonden te weten met hem. Jezus blijft steeds werkelijk in ons leven, niet enkel op zondag doorheen de eucharistie in brood en wijn, maar ook écht werkelijk doorheen ons zijn, ons doen en ons wandelen.
Is daarmee alle leed geleden en zijn daarmee alle twisten en twijfels, alle spanningen en breuklijnen verdwenen? Nee, dat niet. Het leven blijft lief en leed, vreugde en kruis. Het hoort bij onze wereld. Dat is Pasen: getuigen dat het leven niet stuk kan, wat je ook overkomt. Dat vrede een échte kans maakt, als men de vrede de ruimte geeft. Dat liefde het begin en het einde kan en mag zijn…
Sara Van Gucht