Preek van de week

“Talloze mensen trokken met Jezus mee” zegt het evangelie van vandaag. Je krijgt het gevoel dat Jezus altijd wat zenuwachtig wordt bij zo’n massaal succes. Telkens weer benadrukt hij dan dat de weg om zijn leerling te zijn niet altijd over rozenblaadjes loopt, dat het soms een zware weg is. Vandaag drukt hij dat wel zeer scherp uit. Zijn uitspraak zal de mensen ongetwijfeld geschokt hebben, net zoals ze ons schokt. Misschien is dat wel zijn bedoeling, zegt hij het daarom zo hard. “Wie mijn leerling wil zijn, moet zijn kruis opnemen”, zegt hij ook, en zich losmaken van alles waaraan hij gehecht is. En dan geeft hij twee merkwaardige voorbeelden om aan te tonen dat een mens best bezint vooraleer hij iets belangrijks onderneemt. Over een man die een toren wil bouwen, en over een koning die ten oorlog wil trekken. Wat dat er nu mee te maken heeft is niet onmiddellijk duidelijk voor ons, het zal dat ook voor zijn toehoorders niet geweest zijn.

Zoals vaak in de liturgie reikt de eerste lezing uit het Oude Testament een sleutel aan om ook de Evangelietekst te begrijpen. Vandaag is dat weer een prachtige tekst uit het boek Wijsheid, die net al dat menselijk nadenken en berekenen erg relativeert. Onze gedachten zijn onzeker, onze berekeningen twijfelachtig. En hoe beweeglijk onze geest ook is, zeker als we wat ouder worden gaat het voor ons lichaam allemaal wat moeizamer. “Wij begrijpen amper de dingen van deze wereld, en wat voor de hand ligt kost ons nog moeite; hoe zouden we dan het hemelse verstaan?” En dan komt de kern van het betoog: echte wijsheid komt van de Heilige Geest die ons ‘van boven’ gezonden wordt. Inzicht in wat echt levengevend is, wordt ons gegeven, het komt van God. Wij  mensen verzinnen de wijsheid niet die ons redt en behoudt, we krijgen ze. Het “eerst gaan zitten” van de bouwer en het “overleggen” van de koning in het evangelie betekent vooral ons openstellen voor wat van God komt. Ons menselijk bezinnen wordt pas echt vruchtbaar als het bidden wordt, als we God laten spreken.

Daarom zijn christenen ook altijd biddende mensen. Hoe belangrijk ons werken en ons engagement, ons nadenken en plannen, ons spreken en verkondigen ook zijn, wij zijn op de eerste plaats ontvangende mensen. Dat is ook wat centraal staat in alle teksten en bezinningen die ons aangeboden worden in deze Scheppingstijd, die loopt van 1 september tot 4 oktober, de feestdag van Franciscus van Assisi.  Meer dan ooit immers schreeuwt het behoud van een leefbare aarde vandaag om onze aandacht en zorg. Maar ten diepste gaat het ook in die aandacht over de bekering van ons hart. 

Het leefmilieu, zeker dat van de komende generaties, van onze kinderen en kleinkinderen, is vandaag misschien we het grootste slachtoffer van de hoogmoed die soms wortel schiet in het hart van de mensen. Wat meer dan ooit en meer dan al het andere nodig is, is onze bekering tot verbondenheid met alle mensen en met de hele schepping. Wij hebben deze wereld niet gemaakt, we hebben ze gekregen om erin te leven en ervoor te zorgen. De schepping is ons toevertrouwd, zoals onze kinderen en al de generaties na hen ons toevertrouwd zijn. Wij bezitten deze wereld niet, ze is van God en daarom is ze van alle mensen. Maar we mogen als mensen van God wel intens van deze schepping houden.

Want geloven is met open handen en een open hart Gods Wijsheid verwachten en verwelkomen, ons door Zijn Liefde laten vervullen, Hem aan het werk laten. Geloven is een mens van God worden, stap voor stap, een heel mensenleven lang. Amen.

Dirk Godecharle